Wat gebeurt er in familieopstellingen

Wat gebeurt er in familieopstellingen

Familieopstellingen is een prachtige manier om te kijken naar waar je je in je leven belemmerd voelt.

In een familieopstelling kunnen we naar verschillende dingen kijken.

  • Oude patronen waar je in verstrikt bent
  • Problemen met familie of met je partner
  • Boosheid, angst of pijn
  • Verslavingen, overtuigingen, je eigen interne criticus

De waarheid komt aan het licht

In familieopstellingen kijk je naar hoe de situatie nu is en wat de impact daarvan op je dagelijks leven. Hellinger zegt: In familie opstellingen komt de waarheid aan het licht. Rationeel denken we vaak te weten hoe ons leven er uit ziet, maar in opstellingen komen vaak de dingen aan de oppervlakte die je niet rationeel kan bedenken. Dat is het mooie van opstellingen.

Hoe werkt het?

Een persoon heeft een inbreng, iets waar hij of zij naar wil kijken, iets wat hij of zij als belemmerend ervaart in het leven.  Samen met de facilitator kijkt de inbrenger naar wat er opgesteld gaat worden. Als dit met familiale te maken heeft zullen familieleden opgesteld worden. Heeft het met abstracte zaken te maken, dan worden die opgesteld.

Representanten

Voor de familieleden of de abstracte zaken worden representanten opgesteld in het veld. Deze gaan ervaren wat er speelt in het systeem van de inbrenger. Vaak plaatst de inbrenger de representanten  in het veld. Aan hen wordt dan gevraagd hoe ze deze plek ervaren. Zij verwoorden wat erin zichzelf gebeurt, wat ze voelen, hoe hun lichaam voelt en soms ook welk beweging ze willen maken. De inbrenger kijkt er en ervaart wat er bij hem of haar gebeurt. Vaak herkent de inbrenger een patroon of zijn de woorden, de houding of de beweging die de representant weergeeft, identiek aan het echte familielid. Heel wonderlijk, het lijkt zelfs magisch.

De opstelling kan soms iets anders aan het licht brengen dan wat de vraagsteller verwacht. De inbrenger kan ook in het veld gezet worden als dat nodig lijkt.

Waarom zijn familieopstelligen zo verhelderend?

In familieopstellingen spelen 3 wetten een belangrijke rol:

  • De balans tussen geven en nemen
  • Je plek in nemen
  • De ordening

 

  1. De balans tussen geven en nemen.

Als het goed is geven ouders aan hun kinderen en ontvangen kinderen van hun ouders. Als ouders niet in staat zijn om te geven (omdat ze misschien zelf ook niet ontvangen hebben), kunnen ze ook niet (voldoende) liefde aan hun kinderen geven. Het gevolg is dat deze kindern dingen gaan doen om wel liefde te ontvangen. Een voorbeeld daarvan is dat deze kinderen voor hun ouders gaan zorgen of ze worden juist rebels (als manier om aandacht te krijgen). Zo kan er een ongezond patroon ontstaan in hun latere leven, ze gaan pleasen, gaan over andermans grenzen of gaan zichzelf wegcijferen. Hierdoor kunnen klachten ontwikkeld worden.

  1. Je plek innemen

Iedereen heeft recht op een plek: je plek in het gezin van herkomst, je plek op je werk, bij je vrienden, in je sportteam, in de maatschappij. Je hebt een plek. Het kan problemen opleveren als je je plek niet inneemt. Hoe merk je dat je je plek niet inneemt?

  • Oude patronen herhalen zich
  • Je voelt disbalans binnen je (familie) systeem
  • In je relatie is er geen harmonie, heb je het idee dat je voor je plek moet vechten.
  • Je hebt problemen met je manager of collega’s

Dit zijn nog maar een paar voorbeelden, als je je plek niet inneemt, doet iemand anders dat en kunnen er problemen ontstaan. Je kan bijvoorbeeld je plek innemen van je oudste broer of je overleden zus of de plek van je moeder of de plek van je manager. Iedereen heeft recht op zijn of haar plek en als je daar staat voelt dat kloppend.

 

  1. De ordening

Iedereen hoort op een bepaalde volgorde in het systeem. Bijvoorbeeld:

  • Eerst grootouders, dan ouders, dan kinderen, kinderen staan op de kinderplek en ouders op die van de ouders
  • Oudere kinderen zijn er voor jonge kinderen.
  • De directeur van een organisatie komt eerst dan komen de afdelingsmanagers en daar na de madewerkers.

Dit is de ordening, deze dient ‘geëerd’ te worden, dan stroomt het. Dat betekent natuurlijk niet dat iemand meer is dan de ander, het gaat om de ordening. Als de ordening niet klopt, is dat voelbaar en heeft het impact op het systeem.

Verwarring, verstrikking.

In familieopstellingen kijken we dus naar deze 3 wetten, waar zit de verwarring of verstrikking. Dit geeft vaak veel inzicht en helderheid. In eerste instantie doen de representanten het werk en kan de inbrenger kijken, later wordt de inbrenger zelf in het veld gezet om te ervaren hoe het is als de balans en de orde weer is hersteld of als hij zijn plek heeft ingenomen.

Stromen

Door de orde, de plek en de balans tussen geven en nemen te herstellen kan het weer gaan stromen. Dit is vaak direct voelbaar. Als de inbrenger dit ervaart, komt een verschuiving en is hij dikwijls in staat en gemotiveerd om dit beeld mee te nemen in zijn dagelijks leven. Dit resulteert vaak in anders gaan handelen naar de personen in zijn systeem, het gaat weer stromen. Niet zelden heeft dit ook effect op andere leden uit het systeem.

Geschreven door Maartje van Driel,  www.ineenanderlicht.nl